Hoogtepunten in een jong mensenleven waren het. En wat wilde je graag ouder worden! Verjaardagen, daar gaat het over, toen je nog kind was. Het was altijd weer een verrassing wie er zou komen. Mensen wipten toen nog bij elkaar aan zonder dat dit tevoren per telefoon was afgesproken. Kon ook niet want de meeste mensen hadden geen telefoon, dat was nog een luxe en bovendien een schaars product. Sommige huizen met telefoon hadden op de gevel naast het huisnummer een geëmailleerd schildje met de afbeelding van een telefoon. Kon je bij een ongeluk de bewoners vragen de politie te bellen.

Je mooiste cadeaus waren een aanvullingsdoos voor je Meccano, een wissel of sein voor je Märklintrein of een Dinky toy. De hele familie, met opa’s, oma’s, ooms en tantes zat om de eettafel in de huiskamer en er werd heel wat bijgepraat. Na de koffie met plakje cake loerde het gevaar dat je vader de hele familie wilde laten meegenieten van je “vorderingen” op de piano of dwarsfluit. Je schaamde je dood. Na dit intermezzo werd er iets sterkers genuttigd, variërend van een advocaatje met slagroom of een glaasje bowl, zoete Spaanse wijn of bessenjenever. Kinderen kregen glaasjes oranje limonade. Dit alles aangevuld met een blokje kaas met ananas of plakje worst met augurk. Tegen half elf stapte iedereen weer op. Familie die “buiten de stad” woonde zag je dan pas weer bij een van de volgende verjaardagen.

Naarmate de jaren verstrijken, verliest de dag dat je een jaartje ouder wordt steeds meer van zijn glans. Het krijgt meer iets van je zegeningen tellen. Door de inleidende rituele vraag zoals “weet je nog iets?” besef je dat het er weer aankomt. Of je wilt zeggen waar “ze” je op je verjaardag mee kunnen verrassen. Ik weet nooit wat. Als ik iets graag wil hebben koop ik het zelf, liever dan te riskeren iets te krijgen wat je het liefst direct in de prullenbak zou laten verdwijnen. En dan zeg je er zelfs nog bij “joh, dat had je niet moeten doen”, maar dat nemen ze helaas niet letterlijk.

Voor het moment suprême aanbreekt ben je dagen in de weer om drankjes en hapjes in te slaan. Als iedereen er dan is ben je vooral bezig ervoor te zorgen dat die weer opgaan want niet bij iedereen was je retorische vraag “jullie pakken zelf wel hè?” binnengekomen (ja, ‘k ga met m’n tijd mee). Iedereen praat gezellig met iedereen, zelf heb je het daar te druk voor. Je hebt geluk als aan het einde van de avond er niet iemand ruzie heeft gezocht door opgekropte frustraties en een druppel die het emmertje ineens deed overlopen. Als iedereen ver na twaalven weer is vertrokken verzucht je dat je er weer “een jaartje tegen kan”.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb graag familie en vrienden om me heen, een beetje kletsen, pittige discussies, drankje, hapje, elk moment van het jaar is iedereen van harte welkom. Maar niet op m’n verjaardag. Waarom ik dat zo voel weet ik niet, ‘k kan geen enkele reden bedenken.

Als je je oor goed te luister legt, hoor je dat veel mensen er diep in hun hart net zo over denken. Maar deze overjarige verjaardagvieringen afschaffen? Nee, dat doen we niet. Het hoort blijkbaar toch een beetje bij onze cultuur.

Soms ben ik jaloers op ‘schrikkel-mensen, die zijn op 29 februari jarig! Scheelt toch mooi drie keer vieren!

Joop P van de Merwe

Joop P van de Merwe

Columnist op donderdag 1x per maand 2014-2015| voormalig internist-immunoloog (Erasmus MC)

3 Reacties

  1. 24 juli 2014 at 10:28

    …..en altijd was er die ene ‘leuke’ oom die onder invloed van een borrel te veel zichzelf te kijk zette

  2. 24 juli 2014 at 09:13

    Heel herkenbaar Joop. ik mis slechts 1 ding. In je eerste alinea beschrijf je een stukje verleden: “een advocaatje met…” gaat er nu trouwens nog prima in!. ik mis het glaasje met rookwaren op de tafel, dat was bij ons gewoonte met als gevolg een blauwe walm in de kamer maar niemand bekommerde zich daarom. Toen…..

  3. 24 juli 2014 at 08:22

    Mijn vader had de gewoonte tegen 23,00 uur te zeggen,
    ‘Het Is Droog Buiten’.