“Ik ga naar mijn dochter” zegt de vrouw naast me in de trein. Ze is zichtbaar gespannen en legt uit dat ze voor het eerst alleen reist. Haar man heeft een briefje voor haar gemaakt met de reistijden, de overstappunten en de bus die ze moet nemen. Ze is onzeker en ik stel haar gerust en kijk met haar mee. Ze wil graag zelfstandig zijn zegt ze, “voor als mijn man er niet meer is”. Niet dat hij ziek is.

Het is goede vrijdag terwijl ik dit schrijf en ik ben onderweg. Na een paar heel ingrijpende weken waarin dood en afscheid in meervoud een hoofdrol speelden, voel ik vandaag een rust. De zon breekt door de wolken, het is koud en af en toe vallen er wat druppels. Ik kijk naar de zon en voel haar warmte. Ik laat mijn gedachten dwalen. Momenten van rouw en momenten van hoop. Het past zo mooi in deze tijd.

Ik denk terug aan de afgelopen week.

Voor het afscheid van mijn schoonzusje wilde ik een gedicht maken, het mooiste gedicht moest het worden. Zij hield van het strand en ik ook. Na wat gelopen te hebben over het strand in Scheveningen brak de zon ineens door, hoop en licht. In een strandtent heb ik gezeten en daar was ze. Licht en lief, de serveerster die me steeds kwam vragen hoe het ging. Ik vertelde waar ik mee bezig was en we raakten in gesprek. Onzeker als ik ben, vroeg ik haar of ze mijn gedicht wilde lezen en dat deed ze. Haar reactie ontroerde me en dit meisje was zo’n lichtpuntje.

De condoleance aan het strand was bijzonder met als decor de meest prachtige zonsondergang. Weer die zon. Na de begrafenis zaten we als broers en zussen bij elkaar op een zonovergoten terras. En daar vroeg ik me hardop af hoe ik naar huis moest komen. En ook daar een serveerster, jong en heel attent. Ze vroeg waar ik woonde, ze wilde me wel thuisbrengen. En ik dacht: “die jeugd van tegenwoordig is zo slecht nog niet.”

En dan is er Anouk, mijn kapster, die zo met me meeleeft en zo blij is dat mijn haar weer voller wordt. “Was jij Corinne even voor me?”, vraagt ze aan haar collega. En we kijken elkaar aan en schieten in de lach. De sfeer blijft de hele tijd zo en we lachen om rare dingen, we kijken elkaar in de spiegel aan en ik ontspan. “Ik heb echt niet gedronken hoor, ik ben gewoon een beetje moe” zeg ik nog maar een keer. En weer schieten we in de lach.

Het leven gaat door. Ik rouw in meervoud. Ik ga niet tegen de golven in maar laat me meevoeren met de stroming. Graag deel ik nog mijn gedicht. De zon, het licht, de hoop. Het is Pasen.

Corinne Hamoen

_____________________________________________________

De zon en het strand

De wereld ontwaakt, de dag kriekt
De vogels beginnen voorzichtig hun gezang
En achter de duinen
Ontstaat een nieuwe dag
De opkomst van de zon

De wind blaast golven in het zand
Honderdduizend korrels
Dragen de vele schelpen
Het parelmoer schittert
Gekleurd door de zon

De zee golft golven groot en klein
Steeds weer eb en steeds weer vloed
Soms woelige baren
Met witte schuimkoppen
Beschenen door de zon

Niet vechten tegen de golven in
Maar je mee laten voeren met de stroom
Met vertrouwen dat het water
Ook altijd weer kabbelen zal
Verwarmd door de zon

Wind en wolken spelen een spel
Aan de immer blauwe hemel
Want ook al slaat de regen in je gezicht
Achter die grijze, dreigende luchten
Schijnt altijd de zon

De avond valt en ze moet gaan
In de zee een pad van licht
Sprookjesachtig en betoverend
Langzaam kust ze het water
De zon kleurt de hemel rood

Verwonderd staan wij hand in hand
Liefde en warmte vullen de harten
Getekend in het mulle zand
De sterren aan de hemel schitteren
En één weerspiegelt in de zee

De zon is nu een ster geworden
En straalt, en schittert en geeft licht
En bedenk als het stormt of grauw lijkt
Daar achter de donkere wolken
Schijnt altijd die prachtige zon

Corinne Hamoen

Corinne Hamoen

Tekstschrijver | www.corinnehamoen.nl | www.roosenkris.nl |

voorheen:
Zondagcolumnist | wekelijks 2014 tm 08-2015] en [09-2015 tm 12-2015 1x per 2 weken ] | redacteur bij maassluis.nu

4 Reacties

  1. Levina Levja
    20 april 2014 at 11:35

    ~ontroerend mooi

  2. 20 april 2014 at 11:25

    mooie column.