Zes weken geleden werden in de column Mosterd de gezondheidsrisico's van vlees besproken. Deze week maakte de regering al bekend dat ze de controle op vlees gaat aanscherpen en weer in eigen hand neemt. Hoewel een verband tussen beide niet is
 bewezen loont het de moeite te proberen deze stunt te herhalen: in de column van vandaaag worden de risico's van het huidige beleid met merkloze geneesmiddelen aan de kaak gesteld. Let dus goed op wat de regering hiermee gaat doen!

De ontwikkeling van een geneesmiddel kost 3 tot 9 miljard euro, mede omdat veel potentiële geneesmiddelen de eindstreep niet halen. Zijn ze eenmaal op de markt dan kunnen er bijwerkingen aan het licht komen waardoor ze alsnog verdwijnen. Fabrikanten hebben octrooien die ze 20 jaar het alleenrecht geven hun geneesmiddelen te verkopen om de investering terug te verdienen. Het is dus begrijpelijk dat merkgeneesmiddelen in deze periode peperduur zijn.

Als de octrooien zijn verlopen mogen andere fabrikanten een generieke (merkloze) versie op de markt brengen met dezelfde werkzame stof. De prijs ligt dan veel lager omdat er geen duur onderzoek meer nodig is. In 2013 was 70% van de verstrekte geneesmiddelen in Nederland generiek. Zorgverzekeraars bepalen zelf welke versie ze van een geneesmiddel vergoeden. De goedkoopste, meestal uit India, hebben hun voorkeur. De kosten van geneesmiddelengebruik zijn daardoor veel lager geworden, een prima zaak zou je zeggen. Veel chronische gebruikers herkennen hun “pillen” aan vorm, grootte, kleur of opdruk, en daarin kunnen geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof verschillen. Geneesmiddelen worden meestal voor 3 maanden verstrekt aan chronische gebruikers. Het kan dus gebeuren dat mensen 4x per jaar hetzelfde geneesmiddel in een ander jasje krijgen. Dit is een bron van vergissingen als men meer dan één geneesmiddel gebruikt, zeker voor oudere en/of slechtziende mensen.

Aan geneesmiddelen worden hulpstoffen toegevoegd. Afhankelijk van of het een tablet, vloeistof of smeersel is zijn dit o.a. vul- en bindmiddelen, coatings, kleur- en smaakstoffen en conserveermiddelen. Voorbeelden zijn lactose, tarwezetmeel (met gluten), benzylalcohol en propyleenglycol maar er zijn er veel meer. In kleine hoeveelheden zijn deze meestal onschuldig maar niet altijd en niet voor iedereen. Geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof kunnen verschillende hulpstoffen bevatten. Hier merk je meestal niets van. Maar sommige mensen verdragen bepaalde hulpstoffen niet en moeten dus hetzelfde geneesmiddel met andere hulpstoffen krijgen. Dat is meestal een hele uitdaging want ze worden niet altijd geloofd en ze moeten het alternatief vaak zelf betalen. Hoe vervelend bovenstaande problemen ook zijn, er is niet sprake van een fout of wanprestatie van een geneesmiddelfabrikant.

Begin dit jaar werden generieke cholesterolverlagers, maagzuurremmers en antidepressiva van de Indiase fabrikant Ranbaxy van de markt gehaald toen bleek dat er was gesjoemeld met testresultaten. Alleen in Nederland al hebben tienduizenden mensen jarenlang geneesmiddelen gebruikt met door vervalste papieren goedgekeurde grondstoffen. Het is onduidelijk of ze hierdoor schade hebben opgelopen. Dat lijkt geruststellend maar is het niet: elke twijfel over de werkzaamheid en veiligheid van geneesmiddelen is onacceptabel.

Helaas zijn uitwassen in de generieke geneesmiddelindustrie niet anders dan die in de vleesindustrie. Vlees kun je echter direct weglaten, met geneesmiddelen ligt dat anders, zomaar stoppen kan riskant of dodelijk zijn. De grootste winst is misschien wel te behalen door alle geneesmiddelen die niet per se noodzakelijk zijn, en dat zijn er veel, in overleg met je arts te stoppen. Door de druk om de kosten te verlagen van de gezondheidszorg, zoals door goedkope geneesmiddelen, neemt de kans op flessetrekkerij toe. Goedkoop kan weleens duurkoop blijken te zijn. De vraag is niet òf er een volgend geneesmiddelschandaal komt maar wanneer dat zal zijn. Je hoeft geen profeet te zijn om dat te voorspellen: de vraag is groot, het gaat om veel geld, de productie is in lagelonenlanden aan de andere kant van de wereld en de kwaliteitscontrole schiet te kort.

Een bittere pil om te slikken.

Joop P van de Merwe

Joop P van de Merwe

Columnist op donderdag 1x per maand 2014-2015| voormalig internist-immunoloog (Erasmus MC)