Na een opstartfase van ruim drie jaar begin ik er behoorlijk lol in te krijgen, mijn ambt in deze stad. Waarom is het toch zo leuk om dominee te zijn in Maassluis? Ik zet zeven redenen op een rij, in willekeurige volgorde van belangrijkheid.

1. De verwelkoming in de stad. Bij mijn intrede in Koningshof werd ik verwelkomd door een volle kerk, met afgevaardigden uit andere kerken uit de stad. Stapels kaartjes vielen op de mat, een enkeling hielp zelfs met het inrichten van ons huis. Ook kreeg ik een welkomstspeech, inclusief dito relatiegeschenk, van Koos Kodak himself. Er zijn maar weinig beroepen waar je zo uitgebreid en hartelijk wordt verwelkomd in de stad.

2. Je wordt vanzelf een BM’er (Bekende Maassluizer). Op een gemiddelde zondag zitten er zo’n 170 Maassluizers bij mij in de kerk. Soms zijn het er echter wel twee of driemaal zoveel. Ik sta bovendien regelmatig in andere kerken in Maassluis, en ontmoet ook veel mensen die niet of elders naar de kerk gaan – bijvoorbeeld als ik op vrijdagmiddag bij de voedselbank ben. Het is leuk als er overal naar je wordt gezwaaid.

3. De frisse lucht. Ik ga dagelijks op de fiets door de stad. De Westlandse weg, de Merellaan, de PC Hooftlaan en de Weverska: ik ken elke drempel en flauwe bocht. Naar schatting maak ik zo’n 2.000 fietskilometers per jaar, en daarmee is direct 90% van mijn woon-werkverkeer getypeerd. Het is goed voor je conditie, en je komt veel mensen tegen in de stad (zie ook reden 2). Per kilometer krijg ik overigens vijf eurocent van de kerk vergoed: net genoeg om de 2 á 3 keer per jaar naar de fietsenmaker te gaan.

4. De collega’s. Een paar weken geleden schreef ik nog kritisch  over mijn collega-herders in Maassluis. Dominees zijn echter sociale mensen. Ze leven bewust en kijken naar een ander om. Driemaal per jaar ontmoet ik al mijn collega’s in het pastoresconvent. Mijn collega’s van de Protestantse Gemeente Maassluis zie ik vrijwel elke week. Ze kunnen goed luisteren, maar in praatjes maken zijn ze nog beter. Een typische domineeskwaal, die ik bij mezelf ook weleens bespeur. Maar dat maakt het niet minder gezellig.

5. De mensen in de kerk. Toegegeven, soms denk ik weleens dat ze zitten te slapen tijdens de preek. Van sommigen weet ik het zelfs zeker. Maar anderzijds: er wonen in Maassluis tientallen hedendaagse heiligen. Mensen die niet ‘soms eens iets voor een ander doen’, maar van naastenliefde hun levenswerk hebben gemaakt. Zeker een handvol van die heiligen zit bij mij in de kerk. Ik ben ingehuurd om de mensen iets te leren, maar als ik bij hen over de vloer kom heb ik vaak het gevoel dat het andersom is. En er zijn nog veel meer mensen die mij een warm hart toedragen in de kerk. Dat is een geschenk.

6. Een huis van de zaak. De meeste dominees wonen, net als ik, nog altijd in een ambtswoning: een huis van de kerk. Dat betekent ook dat die dominees verplicht zijn om in de stad of het dorp van hun kerk te wonen. Als je dominee bent in een achtergesteld dorp in de periferie van het land, is dat misschien een straf; maar in Maassluis is dat helemaal niet erg. Het is een goede stad om te wonen, en de ambtswoning is riant. Er wordt wel een inhouding gedaan op mijn salaris, maar dat staat in geen verhouding tot de waarde van het huis.

7. De studeerkamer. Als dominee heb je ruimte om je eigen tijd in te delen. Bovendien moet er altijd veel bureauwerk worden gedaan (zoals het schrijven van een column of een preek). Ik vind het heerlijk om mij af en toe terug te trekken in mijn lichte en ruime studeerkamer. In de rustige zomermaanden pak ik er dan een stevig studieboek bij. In de rest van het jaar heb ik daar weliswaar weinig tijd voor, maar wel zet ik dan lekker de radio aan. En mediteren kan ik daar ook.

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Dinsdagcolumnist voor Maassluis.nu in 2013-2014 | Dominee bij PKN Maassluis Koningshof | @DsMartijn op twitter

2 Reacties

  1. Jeroen Herben
    4 februari 2014 at 22:27

    Als collega (die even lang werkzaam is in Maassluis!) kan ik die zeven redenen van harte beamen (bu-amen:D) Maassluis is een fijne stad, en zelfs ik voel me soms een BM-er als ik in de Koningshoek ben. Om over mijn heerlijke woning nog maar niet te spreken. Herkenbare column dus!

  2. 4 februari 2014 at 16:27

    En zo kun je nog wel doorgaan denk ik. Ik zag het bij mijn vader ook zo. Mooi beroep!